Nederlands

 
vrouw met blauwe zwemmuts
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·muts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemmuts zwemmutsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwemmutsv / m

  1. (hoofddeksel) kap op het hoofd dat de haren bedekt tijdens het zwemmen
     Lewis Gordon Pugh (37) zwom een kilometer in 18 minuten en 50 seconden. De temperatuur van het water was op dat moment -1.8°C. Niemand zwom ooit in zo'n koud water. Hij had enkel een zwembroek, zwemmuts en duikbril aan.[1]
     Dit seizoen gaf ze op het WK in het Canadese Roberval op na het verliezen van haar zwemmuts, en op het EK in het Hongaarse Balatonmeer werd ze 23e op de 10 km. Door die mindere prestaties kon ze in juli 2011 niet deelnemen aan het WK in Shanghai, waar de beste twaalf zich rechtstreeks plaatsen voor de Olympische Spelen van 2012.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    emj
    “Brit zwemt aan de noordpool” (17/07/2007), De Standaard
  2.   Weblink bron
    md
    “19-jarige openwaterzwemster Manon Lammens stopt” (09/11/2010), De Standaard