Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·coach
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemcoach zwemcoaches
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zwemcoachm

  1. (sport) (beroep) coach die zwemmers begeleidt

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be