zwagerschap

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zwagerschap    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zwa·ger·schap

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van zwager met het achtervoegsel -schap

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwagerschap
verkleinwoord

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zwagerschap	zwagerschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zwagerschap

1. o/v familierelatie ontstaan door huwelijk van broer of zus
2. v

Synoniemen

• verwantschap, maagschap

Gangbaarheid

• Het woord zwagerschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.