Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwaar·ge·scha·pen
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zwaargeschapen zwaargeschapener
verbogen
partitief zwaargeschapens zwaargeschapeners -

Bijvoeglijk naamwoord

zwaargeschapen

  1. van een persoon dat deze dik is
    • Hij vouwde een zwaargeschapen blonde filmster uit en liet haar verlekkerd boven mijn hoofd bungelen. [1] 
    • Overal primitieve kunst met zwaargeschapen figuren, en op de bank kleurrijke Afrikaanse doeken. [2] 
    • Beide reservebatterijen spiegelen de automobilist voor dat ze zijn auto met futloze accu „veilig en snel” respectievelijk „snel en makkelijk” kunnen starten. Power Station belooft elke personenauto aan de praat te krijgen. Simple Start sluit zwaargeschapen auto’s uit; het maximum is een 3 liter diesel- of 3,5 liter benzinemotor. [3] 
    • Daarna was ik nog even onaangedaan als ervoor. Al die zwaargeschapen blote mannen en vrouwen, knap geschilderd, maar er viel zo weinig aan te beleven. Misschien kwam het wel doordat deze mannen en vrouwen zelf ook opgehouden waren iets te beleven. Ze lagen en zaten er volledig passief bij, gevangen in de plooien van hun zo overdonderend vleeskleurige vlees. [4] 


Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. De Standaard 09 SEPTEMBER 1999 Adriaan van Dis Dubbelliefde
  2. NRC Wilfred Takken 2 maart 2005 `Raak me aan' is mooi toneel
  3. NRC Hans Wammes 28 december 2007 Reserveaccu maakt de buurman overbodig
  4. NRC Frits Abrahams 25 februari 2008 Vlees
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be