Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwaard·rid·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwaardridder zwaardridders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zwaardridderm

  1. (middeleeuwen) lid van een militaire monnikenorde in Polen
    • Hij trad toe tot de zwaardridders. 

Meer informatie