Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuur·stof·rijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zuurstofrijk zuurstofrijker zuurstofrijkst
verbogen zuurstofrijke zuurstofrijkere zuurstofrijkste
partitief zuurstofrijks zuurstofrijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

zuurstofrijk

  1. met een hoog zuurstofgehalte
    • Een waterval maakt het water een stuk zuurstofrijker. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be