zulte
- zul·te
- afgeleid van zult bn met het achtervoegsel -e, in Noord-Nederland zo genoemd naar de uitgesproken zoute smaak [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zulte | zulten |
verkleinwoord | - | - |
- (bloemplanten) bepaald soort plant, Aster tripolium , met de bladvorm van een spinazieblad, ook lijkend op het oor van een lam
- (groente) bladeren van Aster tripolium , vaak gegeten in combinatie met vis-, schelp-, schaaldier- en lamsvleesgerechten
vervoeging van |
---|
zulten |
zulte
- aanvoegende wijs van zulten
- Het woord zulte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zulte" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
65 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] zulte in het Nederlands Soortenregister N
- [1] zulte op Wikidata
- [1] zulte op "Wilde planten in Nederland en België" ♣
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ zulte op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be