• zuig·lam
enkelvoud meervoud
naamwoord zuiglam zuiglammeren
verkleinwoord zuiglammetje zuiglammetjes

het zuiglamo

  1. (veeteelt) een lam dat nog bij zijn moeder zoogt
    • Er werd een zuiglam geslacht en bereid. 
75 % van de Nederlanders;
61 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be