zuiglam
- zuig·lam
- samenstelling van zuig ww en lam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuiglam | zuiglammeren |
verkleinwoord | zuiglammetje | zuiglammetjes |
het zuiglam o
- (veeteelt) een lam dat nog bij zijn moeder zoogt
- Er werd een zuiglam geslacht en bereid.
- Het woord zuiglam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuiglam" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be