Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuig·korf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuigkorf zuigkorven
verkleinwoord zuigkorfje zuigkorfjes

Zelfstandig naamwoord

de zuigkorfm

  1. (techniek) een vaak metalen, trechter- of cilindervormige zeef voor de monding van een zuigpomp
    • De zuigkorf was verstopt geraakt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

46 % van de Nederlanders;
49 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be