zuidelijke topoogprikken
- (IPA in voorbereiding)
- zui·de·lij·ke top·oog·prik·ken
- verbinding van zuidelijke en topoogprikken
- zuidelijke topoogprik zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidelijke topoogprikken | |
verkleinwoord |
de zuidelijke topoogprikken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord zuidelijke topoogprik
- meervoudsvorm als officiële benaming (dieren) een familie Mordaciidae van kaakloze vissen (Agnatha )
- Het woord 'zuidelijke topoogprikken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] zuidelijke topoogprikken op Wikidata