zuidelijke blauwoorglansspreeuw
- (IPA in voorbereiding)
- zui·de·lij·ke blauw·oor·glans·spreeuw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidelijke blauwoorglansspreeuw | zuidelijke blauwoorglansspreeuwen |
verkleinwoord | zuidelijk blauwoorglansspreeuwtje | zuidelijke blauwoorglansspreeuwtjes |
de zuidelijke blauwoorglansspreeuw v / m
- (zangvogels) Lamprotornis elisabeth een vogelsoort uit de familie Sturnidae
- Het woord 'zuidelijke blauwoorglansspreeuw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.