Nederlands

 
aanbrengen van zonnecrème
Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·crè·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zonnecrème zonnecrèmes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zonnecrèmev / m

  1. een smeersel voor op de huid ter bescherming tegen zonnestraling
    • We zijn er weer klaar voor. De dakkoffer zit op de auto, de zwemspullen en zonnecrèmes zijn ingepakt en de navigatie is ingesteld. Dit weekeinde start de eerste grote uittocht van één miljoen vakantievierders. Een minpuntje: op weg naar de zon dreigen lange files.[2] 
    • In het West-Afrikaanse Senegal is sinds kort een zonnecrème speciaal voor albino's te koop voor omgerekend 12,50 euro. Dat maakt dat de koopgrens voor de meeste van de 10.000 albino's in het land te hoog ligt, de aankoopprijs bedraagt namelijk een zesde van een gemiddeld maandsalaris. Het middel is in Senegal zelf ontwikkeld en wordt ook daar geproduceerd.[3] 
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: zonnebrandcrème   

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf Gijsbert Termaat 7 juli 2017
  3. de Telegraaf 7 juli 2016
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be