zondagsarmpje
- zon·dags·arm·pje
- samenstelling van zondag en armpje met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | - |
verkleinwoord | zondagsarmpje | zondagsarmpjes |
het zondagsarmpje o
- (medisch) partiële ontwrichting van de elleboog van een kind ten gevolge van het krachtig meetrekken aan een uitgestoken arm
- Het woord 'zondagsarmpje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.