Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·dags·arm·pje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord zondagsarmpje zondagsarmpjes

Zelfstandig naamwoord

het zondagsarmpjeo

  1. (medisch) partiële ontwrichting van de elleboog van een kind ten gevolge van het krachtig meetrekken aan een uitgestoken arm
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen