Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zond her·uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
heruitzenden

zond (…) heruit

  1. enkelvoud verleden tijd van heruitzenden
    • Ik zond heruit. 
    • Jij zond heruit. 
    • Hij, zij, het zond heruit. 

Gangbaarheid