zomertarwe
- Geluid: zomertarwe (hulp, bestand)
- zo·mer·tar·we
- samenstelling van zomer en tarwe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomertarwe | zomertarwes |
verkleinwoord | - | - |
- (landbouw), (plantkunde) een tarweras dat de zomer als groeiseizoen heeft
- De zomertarwe stond er prachtig bij.
- Het woord zomertarwe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.