Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·re·ces
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerreces zomerrecessen
verkleinwoord zomerrecesje zomerrecesjes

Zelfstandig naamwoord

het zomerreceso

  1. schorsing van de zitting van een raad of parlement gedurende de zomermaanden
    • Met al dit extra overleg wordt het maar een kort zomerrecesje. 

Meer informatie

Gangbaarheid