zomerhitte
- Geluid: zomerhitte (hulp, bestand)
- zo·mer·hit·te
- samenstelling van zomer en hitte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zomerhitte | |
verkleinwoord |
de zomerhitte v
- (meteorologie) de warmte in de zomer
- Wij genoten van de zomerhitte na de lange en koude winter.
- De zomerhitte en de winterkoude zijn niet zo gezond voor kwetsbare ouderen.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord zomerhitte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.