zomerdienstregeling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·dienst·re·ge·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerdienstregeling zomerdienstregelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zomerdienstregelingv

  1. regeling van de vertrek- en aankomsttijden van openbaar vervoer in de zomermaanden
     KLM laat de capaciteit komende zomer beperkt groeien. Op routes binnen Europa komen 6,5 procent meer stoelen beschikbaar en op langere vluchten 3,3 procent. Dat maakte de luchtvaartmaatschappij woensdag bekend. De zomerdienstregeling loopt van 31 maart tot en met 26 oktober.[2]
     De ingangsdatum van de vakantiedienstregeling is twee weken vervroegd. Aanvankelijk zou de zomerregeling pas op 30 juni ingaan. „Omdat de zomervakantie nadert en het aantal busreizigers nu al duidelijk afneemt, is besloten om de vakantiedienstregeling eerder dan gepland in te laten gaan”, aldus Syntus.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Bescheiden capaciteitsgroei Air France-KLM” (6-03-2013), Tubantia
  3.   Weblink bron “SP Hengelo niet blij met busregeling Syntus” (12-03-2017), Tubantia