Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoe·te·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetebek zoetebekken
verkleinwoord zoetebekje zoetebekjes

Zelfstandig naamwoord

de zoetebekm

  1. liefhebber van suiker en andere zoetstoffen
     Suiker voor de zoetebek[2]
     Een vijfgangenmenu dat alleen uit desserts bestaat? De droom van vele zoetebekken wordt volgende week werkelijkheid in Londen, wanneer een dessertrestaurant opent in het Hotel Café Royal.[3]
     Ook zoetebekken kunnen hier genieten van typisch Amerikaanse lekkernijen als de 'ice cream sandwich'.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    svg
    “Gezond ijsgenot op een stokje” (01/07/2015), De Standaard
  3.   Weblink bron
    edm
    “Londens restaurant serveert uitsluitend desserts” (23/02/2016), De Standaard
  4.   Weblink bron
    aems
    “Van koffie tot burgers: vier nieuwe Antwerpse adresjes om te ontdekken” (09/06/2017), De Standaard