Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zin·ne·loos·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zinneloosheid zinneloosheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zinneloosheidv

  1. het zinneloos zijn
    • De zinneloosheid van de moeder die haar kind zag doodgaan was vreselijk om aan te zien. 
Synoniemen
  1. verstandloosheid, krankzinnigheid, dolheid

Gangbaarheid