Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zink·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zinkplaat zinkplaten
verkleinwoord zinkplaatje zinkplaatjes

Zelfstandig naamwoord

zinkplaat v/m [2]

  1. dakbedekking gemaakt van gegolfde platen van zink
     Een chauffeur die door het oog van de naald is gekropen, staat naast zijn auto waar een houten balk door de voorruit steekt. Bibberend vertelt hij zijn verhaal. "Ik kwam van de rotonde af en reed de Koningstraat in. Opeens zie ik een grote wolk met een spiraal naar beneden. En daarin zweven allemaal zinkplaten en stukken hout."[3]
     Nyrstar behoudt in Balen wel zijn elektrolysefabriek, de grootste van de hele zinkgroep, maar doekt in deze vestiging de omsmeltingsafdeling op. In de fabriek wordt erts omgezet in zinkstaven, terwijl bij de het omsmelten deze staven verwerkt worden tot verhandelbare producten zoals zinkplaten.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. zinkplaat op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “Gewonde en schade door windhoos in Paramaribo” (05-01-2010), NOS
  4.   Weblink bron
    pse
    “Nyrstar snoeit banen weg” (16/10/2008), De Standaard