zingtrant
- zing·trant
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zingtrant | zingtranten |
verkleinwoord |
de zingtrant m
- (muziek) manier van zingen
- ▸ Er wordt gezongen op de langzame wijze die in de 18e eeuw gebruikelijk was, maar ook in de zogenoemde ”korte zingtrant”, die destijds aanleiding was voor het zogeheten psalmenoproer. Daarover schreef Maarten ’t Hart in 2006 een historische roman.[2]
- ▸ In 1773 komt er een nieuwe berijming, opgelegd door de staat. Ook de zogenoemde ”korte zingtrant”, waarbij het psalmvers iets minder lang duurt, wordt door de schout afgedwongen.[3]
- Het woord zingtrant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zingtrant" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
24 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Historisch psalmzingen in Grote Kerk Maassluis” (18-09-2014), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron “Psalmzingen: één zandloper per lettergreep” (22-09-2014), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be