zijinstroom
- Geluid: zijinstroom (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛiʔɪnstrom / (3 lettergrepen)
- zij·in·stroom
- samenstelling van zij zn "zijkant" en instroom zn "binnenkomst"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijinstroom | (zijinstromen) * |
verkleinwoord |
de zijinstroom m
- (onderwijs) aanstelling als leerkracht van mensen die daarvoor niet volledig zijn opgeleid, maar daarvoor om andere redenen wel bekwaam worden geacht
- Haar collega's mogen het nog niet weten, daarom geeft ze geen achternaam, maar Nancy (53), hr-manager bij een maatschappelijke organisatie, zit boven in het gebouw van het UWV omdat ze iets anders wil: het onderwijs in. Ze luistert met vijftig anderen naar het verhaal van Edwin Borger en Vivianne Spruit van het Schoolbureau over zijinstroom in het basisonderwijs. [1]
- (onderwijs) mensen die een opleiding volgen zonder de normale vooropleiding, maar met een andere opleiding of ervaring op vergelijkbaar niveau
- “Bouwmensen leidt timmerlieden, metselaars en assistent-uitvoerders op. Onze corebusiness ligt bij het mbo,” legt Martien uit. “Van niveau 1 tot en met 4. Naast de instroom vanuit het vmbo hebben we ook zijinstroom (mensen die uit een ander vak of situatie instromen). (…)” [2]
- Als het nodig is om verwarring over de opbouw van het woord te voorkomen, kan volgens de toelichting bij spellingregel 6.C ook de schrijfwijze met een koppelteken worden gebruikt: zij-instroom.
- Het meervoud "zijinstromen" staat wel in woordenboeken, maar hiervan zijn in het taalgebruik geen voorbeelden gevonden.
- Het woord zijinstroom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Gelder, L. vanGezocht: leraren. "Waar kan ik met mijn bloed tekenen?" (24 juli 2018) op website: parool.nl; geraadpleegd 2019-09-18
- ↑ Leren, werken en verdienen bij Bouwmensen Apeldoorn (21 november 2017) op website: stedendriehoek.net; geraadpleegd 2019-09-18