Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·de·co·con
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijdecocon zijdecocons
verkleinwoord zijdecoconnetje zijdecoconnetjes

Zelfstandig naamwoord

de zijdecoconm

  1. (biologie), (kleding) een uit zijde bestaande huls zoals deze door de zijderups gesponnen wordt
    • De kralen maakte ik zelf van papier, stof, of lege zijdecocons. 

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be