Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·an·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijanker zijankers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zijankero

  1. (scheepvaart) dwars uitstaand anker van een emmermolen of soortgelijke inrichting. Er zijn in het totaal vier van deze ankers; vanaf elk hoekpunt één. [1]

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. www.debinnenvaart.nl zijanker:
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be