ziektebezoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ziek·te·be·zoek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziekte zn en bezoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ziektebezoek | ziektebezoeken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het ziektebezoek o
- visite bij een patiënt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord ziektebezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.