• zie·ken·boeg
enkelvoud meervoud
naamwoord ziekenboeg ziekenboegen
verkleinwoord ziekenboegje ziekenboegjes

de ziekenboegm

  1. (scheepvaart) een deel van een schip in gebruik voor de opvang van zieken
    • De ziekenboeg werd overstroomd met patiënten. 
  2. overdrachtelijk een tijdelijke opvang van zieken of geblesseerden
    • En weer ging er een geblesseerde speler naar de ziekenboeg. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be