• zet·ten stil
vervoeging van
stilzetten

zetten (…) stil

  1. meervoud tegenwoordige tijd van stilzetten
vervoeging van
stilzetten

zetten (…) stil

  1. meervoud verleden tijd van stilzetten
    • Wij zetten stil. 
    • Jullie zetten stil. 
    • Zij zetten stil.