zetten klaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zetten klaar (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzɛtə(n) ˈklar / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- zet·ten klaar
Woordherkomst en -opbouw
- uit zetten (werkwoord) en klaar (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klaarzetten |
zetten (…) klaar
- meervoud tegenwoordige tijd van klaarzetten
vervoeging van |
---|
klaarzetten |
zetten (…) klaar
- meervoud verleden tijd van klaarzetten
- Wij zetten klaar.
- Jullie zetten klaar.
- Zij zetten klaar.
- Wij zetten klaar.
Gangbaarheid
- Het woord zetten klaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.