zestighoek
- Geluid: zestighoek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsɛstəxˌhuk / (3 lettergrepen)
- zes·tig·hoek
- samenstelling van zestig ht en hoek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zestighoek | zestighoeken |
verkleinwoord | - | - |
de zestighoek m
- (meetkunde) meetkundige figuur met zestig zijden en hoeken
- ▸ Het vijfde hoofdstuk eindigt met het berekenen van de zijdes van de vijftien-, dertig- en zestighoek.[1]
- Het woord 'zestighoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Barbara Harzevoort“De veelhoeken van Ludolph van Ceulen : Bespreking van hoofdstuk 2-8 uit Vanden Circkel”, bachelorscriptie (29 juli 2008), Universiteit Utrecht, p. 16