zesmaandelijks
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zes·maan·de·lijks
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zes en maandelijks
stellend | |
---|---|
onverbogen | zesmaandelijks |
verbogen | zesmaandelijkse |
partitief | zesmaandelijks |
Bijvoeglijk naamwoord
zesmaandelijks
- elke zes maanden
- Zesmaandelijks verschijnt een speciale uitgave van het tijdschrift.
Gangbaarheid
- Het woord zesmaandelijks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.