zeshonderdenzesenveertig
0 | 6 | 4 | 6 |
zeshonderdenzesenveertig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: zeshonderdenzesenveertig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzɛshɔndərtɛnˈzɛsənˌfertəx / (8 lettergrepen)
- zes·hon·derd·en·zes·en·veer·tig
zeshonderdenzesenveertig
- "646", langere vorm van zeshonderdzesenveertig, zeshonderd plus zesenveertig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft zeshonderdenzesenveertig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdenzesenveertig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- zeshonderdzesenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zeshonderdenzesenveertig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdenzesenveertig" ht als linkerdeel
- Het woord 'zeshonderdenzesenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)