zeshonderdenzesentachtig

Nederlands

0	6	8	6

zeshonderdenzesentachtig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  zeshonderdenzesentachtig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzɛshɔndərtɛnˈzɛsənˌtɑxtəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• zes·hon·derd·en·zes·en·tach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  zeshonderd ht,   en vw  en  zesentachtig ht 

Hoofdtelwoord

zeshonderdenzesentachtig

1. "686", langere vorm van zeshonderdzesentachtig, zeshonderd plus zesentachtig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft zeshonderdenzesentachtig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdenzesentachtig. 

Synoniemen

• zeshonderdzesentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zeshonderdenzesentachtig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• zeshonderdenzesentachtigste

hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdenzesentachtig" ht als linkerdeel

• zeshonderdenzesentachtigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'zeshonderdenzesentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.