zeshonderdenvijfenveertig

Nederlands

0	6	4	5

zeshonderdenvijfenveertig,
op een abacus

Uitspraak

• Geluid:  zeshonderdenvijfenveertig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌzɛshɔndərtɛnˈvɛifənˌfertəx / (8 lettergrepen)

Woordafbreking

• zes·hon·derd·en·vijf·en·veer·tig

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  zeshonderd ht,   en vw  en  vijfenveertig ht 

Hoofdtelwoord

zeshonderdenvijfenveertig

1. "645", langere vorm van zeshonderdvijfenveertig, zeshonderd plus vijfenveertig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft zeshonderdenvijfenveertig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdenvijfenveertig. 

Synoniemen

• zeshonderdvijfenveertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zeshonderdenvijfenveertig" wordt zelden gebruikt)

Afgeleide begrippen

rangtelwoord

• zeshonderdenvijfenveertigste

hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdenvijfenveertig" ht als linkerdeel

• zeshonderdenvijfenveertigduizend

Gangbaarheid

• Het woord 'zeshonderdenvijfenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.