zeshonderdentweeënzestig
Nederlands
0 | 6 | 6 | 2 |
zeshonderdentweeënzestig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: zeshonderdentweeënzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzɛshɔndərtɛnˈtwejənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)
Woordafbreking
- zes·hon·derd·en·tweeën·zes·tig, zes·hon·derd·en·twee·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
Hoofdtelwoord
zeshonderdentweeënzestig
- "662", langere vorm van zeshonderdtweeënzestig, zeshonderd plus tweeënzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft zeshonderdentweeënzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdentweeënzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- zeshonderdtweeënzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zeshonderdentweeënzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdentweeënzestig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'zeshonderdentweeënzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)