zeshonderdendrieënzeventig

       
0 6 7 3
zeshonderdendrieënzeventig,
op een abacus
  • zes·hon·derd·en·drieën·ze·ven·tig, zes·hon·derd·en·drie·en·ze·ven·tig

zeshonderdendrieënzeventig

  1. "673", langere vorm van zeshonderddrieënzeventig, zeshonderd plus drieënzeventig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft zeshonderdendrieënzeventig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdendrieënzeventig. 

rangtelwoord

hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdendrieënzeventig" ht als linkerdeel

  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)