zeshonderdenachtenzestig
Nederlands
0 | 6 | 6 | 8 |
zeshonderdenachtenzestig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: zeshonderdenachtenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌzɛshɔndərtɛnˈɑxtənˌsɛstəx / (8 lettergrepen)
Woordafbreking
- zes·hon·derd·en·acht·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
Hoofdtelwoord
zeshonderdenachtenzestig
- "668", langere vorm van zeshonderdachtenzestig, zeshonderd plus achtenzestig
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft zeshonderdenachtenzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdenachtenzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- zeshonderdachtenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zeshonderdenachtenzestig" wordt zelden gebruikt)[1] [2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdenachtenzestig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'zeshonderdenachtenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron W. Haeseryn e.a.“7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
- ↑ Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)