• zend·ap·pa·ra·tuur
enkelvoud meervoud
naamwoord zendapparatuur -
verkleinwoord - -

de zendapparatuurv

  1. (elektronica) apparaten waarmee radio- of televisieprogramma's uitgezonden kunnen worden
    • De zendapparatuur van de etherpiraat werd door de politie in beslag genomen.