zelfwerkzaam
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·werk·zaam
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zelfwerkzaam | zelfwerkzamer | zelfwerkzaamst |
verbogen | zelfwerkzame | zelfwerkzamere | zelfwerkzaamste |
partitief | zelfwerkzaams | zelfwerkzamers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfwerkzaam [1]
- uit eigen innerlijke oorzaak of kracht handelend of werkend
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'zelfwerkzaam' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.