zelfselectie
- zelf·se·lec·tie
- samenstelling van zelf zn en selectie zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | zelfselectie | zelfselecties |
| verkleinwoord |
de zelfselectie v
- automatisch, door zichzelf onderscheid maken tussen verschillende leden van een groep
- ▸ Daarover zegt De Nie: ,,Deze selecterende maatregelen hebben natuurlijk effect op scholieren. Bij ons nemen de zorgen toe dat dit leidt tot verkeerde vormen van zelfselectie.[1]
- ▸ Het was verrassend veilig in het gebruik dankzij de zelfselectie: alleen kinderen die goed konden klimmen, kwamen bovenin. De piramide was ook een levendig sociaal ontmoetingspunt en een gezichtsbepalend baken van het plein.[2]
1. automatisch, door zichzelf onderscheid maken tussen verschillende leden van een groep
- Het woord zelfselectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron ARIANNE MANTEL“‘Staat van ongelijke kansen’” (09 mei 2016), De Telegraaf - ↑ Weblink bron Fred Freddes“'Geef kinderen de kans om een gat in hun knie te vallen'” (20 mei 2017), Het Parool
