zelfscheppend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zelf·schep·pend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zelf zn en scheppend bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfscheppend |
verbogen | zelfscheppende |
partitief | zelfscheppends |
Bijvoeglijk naamwoord
zelfscheppend
- zichzelf (automatisch) ontwikkelend en vormgevend
- van een bedrijf dat het niet alleen maar producten maakt, maar dat ze deze producten ook zelf ontwikkeld en vormgeeft
Gangbaarheid
- Het woord zelfscheppend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.