Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·qua·ran·tai·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfquarantaine zelfquarantaines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfquarantainev

  1. (medisch) het zichzelf afzonderen en afschermen van andere mensen zodat men niet besmet kan raken met ziektekiemen en virussen
    • Door zelfquarantaine wordt de verspreiding van het coronavirus ingeperkt. 
Verwante begrippen