zelfquarantaine
- zelf·qua·ran·tai·ne
- Samenstelling van zelf en quarantaine
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zelfquarantaine | zelfquarantaines |
verkleinwoord |
de zelfquarantaine v
- (medisch) het zichzelf afzonderen en afschermen van andere mensen zodat men niet besmet kan raken met ziektekiemen en virussen
- Door zelfquarantaine wordt de verspreiding van het coronavirus ingeperkt.
- Het woord zelfquarantaine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.