zelfgebakken
- zelf·ge·bak·ken
- samenstelling van zelf en gebakken
stellend | |
---|---|
onverbogen | zelfgebakken |
verbogen | |
partitief | zelfgebakkens |
zelfgebakken
- door bakken in eigen keuken vervaardigd
- Hij kwam met een heerlijke zelfgebakken taart aanzetten.
- Het woord zelfgebakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.