Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ke·rings·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zekeringskast zekeringskasten
verkleinwoord zekeringskastje zekeringskastjes

Zelfstandig naamwoord

de zekeringskastv / m

  1. een kast of doos waarin de zekeringen gemonteerd zijn van de verschillende elektrische groepen in een huis of bedrijf
    • We hebben in de zekeringskast nog een aantal reserve zekeringen liggen. 

Gangbaarheid