Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeil·ber·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeilberging zeilbergingen
verkleinwoord zeilberginkje zeilberginkjes

Zelfstandig naamwoord

de zeilbergingv / m

  1. (scheepvaart) een bergplaats voor zeilen van een schip, aan boord of aan de wal
    • Leg het maar even in de zeilberging. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid