Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·gel·be·waar·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zegelbewaarder zegelbewaarders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zegelbewaarderm

  1. (geschiedenis), (beroep) een hoog ambt aan het koninklijk hof
    • De zegelbewaarder werd in Frankrijk later de minister van Justitie. 

Meer informatie

Gangbaarheid