zeenetel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·ne·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zee en netel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeenetel | zeenetels |
verkleinwoord | zeeneteltje | zeeneteltjes |
Zelfstandig naamwoord
- Cnidaria holtedier dat bij aanraking een brandende of jeukende pijn op de huid veroorzaakt.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zeenetel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.