Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·tel·dier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neteldier neteldieren
verkleinwoord neteldiertje neteldiertjes

Zelfstandig naamwoord

het neteldiero

  1. (dierkunde) benaming voor holtedieren uit de stam Cnidaria  , die netelcellen hebben die gif afscheiden om een prooi te verlammen
     Buddenbrockia heeft nu een plaatsje in de stamboom gekregen tussen zoetwaterpoliepen en kwallen, en is dus echt een neteldier.[2]
Hyperoniemen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Sander Voormolen
    “Parasitair wormpje blijkt nauw verwant aan kwal en poliep” (7 juli 2007) op nrc.nl