• zee·klei
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeklei -
verkleinwoord - -

de zeekleiv / m

  1. klei die is afgezet door de zee
    • De zeeklei heeft een andere samenstelling dan rivierklei. 
96 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be