SS Rotterdam, zeekasteel.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·kas·teel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeekasteel zeekastelen
verkleinwoord zeekasteeltje zeekasteeltjes

Zelfstandig naamwoord

het zeekasteelo

  1. (scheepvaart) een onwaarschijnlijk groot schip
    • De Rotterdam kan met recht een zeekasteel genoemd worden. 

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be